Willem Johannes Melchers

Willem Johannes Melchers

Het is een heel verhaal hoor. Ik ben geboren op 10 september 1925 in Amsterdam. Ik woonde in de binnenstad, op de Walletjes op de Oudezijds Achterburgwal 40. Ik was de oudste zoon thuis. We woonden in een kleine woning met een voorkamer, achterkamer en een keukentje. Daar sliepen we met z’n allen. Aan onze voorkant was het water van de Burgwal.

Oudezijds Achterburgwal

Ik woonde eigenlijk tussen de hoertjes in en als kind deed ik boodschappen voor die vrouwen. En als ik terug kwam en hadden ze een klant moest ik wachten met m’n pondje suiker. Ze stapten gewoon over me heen. Een heel apart leven.

Mijn vader werkte bij Kromhout motoren in Amsterdam. Ik was de oudste thuis en m’n ouders lusten wel een borreltje en gingen ‚s avonds en in het weekend op stap zodat het op mij neerkwam om voor het gezin te zorgen.

De lagere school deed ik op de Jan Lievenschool Rextheateren na het 7e leerjaar werkte ik parttime bij Walthausen in de Wittenburgerdwarsstraat, een klein machinefabriekje.

willemjohannesmelchers2

Op de avondambachtsschool leerde ik voor machinebankwerker. Ik verdiende er f 2,88 p/​w, mijn moeder kreeg f 2,00 en ik hield f 0,88. Daar nam ik m’n meisje mee van uit. De bioscoop kostte een dubbeltje. We gingen veel naar het Rextheater op de Haarlemmerstraat.

Wij woonden in de Jodenbuurt en in de oorlog, als jongen van 1516 jaar zag ik hoe de Joden opgepakt werden. De kinderen werden soms zo uit het raam gegooid, die moesten de ouders die beneden stonden opvangen. We dachten er helemaal niet over na waar ze naartoe gingen, het was spannend. Daar schaam ik nu nog wel eens voor, maar als jochie dacht je daar niet aan. Mijn broer Jan en ik waren op een dag door het hek gekropen naar de Jodenbuurt toen er plotseling een Duitse vrachtwagen met militairen aankwam. We waren niet Joods en zij vroegen ons wat wij daar deden. Die Duitsers namen ons mee en een paar dagen later zaten we in een veewagen richting Duitsland. Onze ouders hadden we niet meer kunnen bereiken. We zijn tot in Polen gekomen, maar toen het daar te gevaarlijk werd zijn we terug naar Duitsland getransporteerd

Kamp Zella
Kamp in Duitsland

En daar kwam ik in een kamp terecht (foto) met allemaal Russen, Fransen, Belgen, Italianen en een paar Hollanders. Eén van de Duitse bazen zag wel wat in me want hij had gezien dat ik twee goeie handen had en na een paar maanden kwam ik in een klein machinefabriekje achter een draaibank te werken. In het machinefabriekje repareerden we allerlei machines die door de oorlog beschadigd waren.

Ik zat in dat kamp en toen vroeg die baas of ik niet bij hem in huis wilde wonen. Ik kreeg een eigen kamertje, dus ik had het hartstikke goed. Het was in een klein plaatsje: Zella Mehlis , in het oosten van Duitsland. Onze Koningin had daar een buiten in de buurt van Oberschönau, een hele mooie omgeving. We waren vrij om het dorpje in te gaan en de omgeving te verkennen. Daar hebben we eigenlijk niks van de oorlog gemerkt. Alleen tegen het einde van de oorlog zagen we die Engelse bommenwerpers overkomen, met honderden tegelijk. Het geluid van al die overvliegende machines is niet beschrijven. En als wij, een half uurtje later de berg opklommen konden we Dresden en Leipzig zien branden.

Toen het met de Duitsers afgelopen was waren wij bang dat we bevrijd zouden worden door de Russen, we zaten in het oosten van Duitsland. Ik heb toen gedacht dat die Russen het verschil niet kenden tussen Nederlands en Duits, dus die zien ons voor Duitsers aan, dus wegwezen. En met nog twee Hollanders (o.a. mijn broer Jan) zijn we gaan lopen. Op het einde van de oorlog zag je de Hitlerjugend en Stormtruppen, met ouwe mannen, die kregen een geweer en schoten op alles wat bewoog. Wij liepen naar de kant van Nederland, je hield de zon in de gaten.

willemjohannesmelchers4
Frankfurt am Main

Onderweg hebben we ontzettend veel gezien. Soms moesten dekking zoeken voor schietgrage Hitlerjugend en zo ben ik m’n broer uit het oog verloren. We zijn onderweg nog door een vrouw geholpen aan eten. Ze had zelf haar man en twee zonen in de oorlog verloren. Toen we in een gebied kwamen waar gevochten was lagen de lijken nog gewoon aan de kant van de weg. Hele trucs nog met lijken van Duitsers erin.

Op een dag zagen we militairen komen. We zaten in een Amerikaanse zone en van hen mochten we niet verder en werden door de militairen door de linies naar Frankfurt am Main gebracht en weer in een kamp opgesloten. Toen er een transport van Franse krijgsgevangenen vertrok hebben we gevraagd of we mee konden want dan waren in ieder geval dichter bij huis.

In Frankrijk kwamen we aan in Villier en toen merkten ze dat ik geen woord Frans sprak. Gelukkig was er een transport naar België en ik kon met de Belgen mee. We kwamen terecht in Namen en zijn we een tijdje in een kamp opgeborgen. Uiteindelijk mocht ik Nederland bij Roosendaal de Nederlandse grens over. Ik had geen kleren aan m’n lijf en ook geen papieren meer. Het eerste wat ze deden was je vol spuiten met DDT, tegen de luizen. Ik kon dus niet bewijzen dat ik Nederlander was. Ik sprak wel goed Duits en zo dachten die Amerikanen dat ik een collaborateur was. Gelukkig kon ik met soldaten meerijden naar Amsterdam en was ik weer thuis. Ik was toen 20 jaar.

Mijn ouders wisten tot dan helemaal niks van me want ik was ineens verdwenen, die dachten dat ik dood was. Broer Jan werd ook gevonden en lag met TBC in een ziekenhuis in Aken.

willemjohannesmelchers5

Ik was terug, had een baantje op een bakfiets om spullen rond te brengen. Maar ik leerde een meisje kennen. Dat was Johanna Maria Vlietman, geboren 11 december 1925. We kregen verkering maar plots kreeg ik van de regering bericht dat ik in dienst moest. Moet je nagaan: in juli ’45 kwam ik terug in Amsterdam en in juli het jaar daarop kreeg ik bericht dat ik in dienst moest. Ik had zoveel narigheid gezien en nu moest ik naar Indië om hetzelfde te doen wat die Duitsers hadden gedaan. Ik ben daar meteen heel eerlijk over geweest tegen die officieren, naar Indië ga ik niet.

willemjohannesmelchers6

Met mijn verloofde (hier op een schoolfoto) overlegd en we dachten als we gaan trouwen hoef ik misschien niet naar Indië. We zijn op 22 mei 1946 getrouwd. Wij dachten als ze mij naar Indië sturen moeten ze mijn vrouw onderhouden. Maar dat was een misrekening want ze moest op een keuring komen en daar vonden ze dat ze wel kon werken. Dus dat ging niet door.

Tegen de tijd dat ik verscheept moest worden kregen een verlof van tien dagen en ben ik ondergedoken. Ik heb bijna een jaar ondergedoken gezeten in Nederland bij mijn schoonmoeder. Maar ik werd verraden en werd door de MP opgepakt en in Schoonhoven gevangen gezet als deserteur. Via mijn vrouw en schoonouders probeerden ze nog wat om me terug te krijgen en uiteindelijk stelden ze voor dat ik i.p.v. 3 jaar in de cel, naar Curaçao kon gaan.

Daar heb ik ja tegen gezegd onder de voorwaarde dat ik geen geweer hoefde te dragen. Ik deed daar burgerwerk. April 1948 vertrokken we richting Curacao. Ze hadden twee tanks daar staan. Ze vroegen me om van die twee tanks er één draaiende van te maken. Meteen ja gezegd. Ik kreeg er een monteur bij en na een half jaar hadden we een draaiende tank.

Toen die tank eenmaal draaide hadden ze er een chauffeur voor nodig. Nou ik wist er alles van dus werd ik de tankchauffeur. We hielden parades in de stad. Maar het is daar erg warm en ik moest met die tank over het asfalt en nog een rondje om een plein. Kreeg ik een klap op m’n helm. Melchers, kijk eens wat je gedaan hebt. Al dat asfalt lag op een hoop. Dat was het einde van de parades. Wat moesten ze nu weer met mij doen. Ik heb van alles gedaan geschilderd en decorstukken gemaakt voor het toneelgezelschap.

willemjohannesmelchers7
Melchers zit rechts als gitarist in een Hawai-​orkest
willemjohannesmelchers8

Ze hebben het nog een keer geprobeerd om me dienst te laten doen. Ik moest mee naar de schietbaan, maar toen ze me een geweer gaven heb ik het terug gegeven, moest ik weer de bak in wegens dienstweigeren. Kwam ik bij de kapitein op rapport en kreeg ik veertien dagen verzwaard.

Nou, zei, ik heb liever drie dagen zwaar. Hij ging akkoord en 1 dag slaap je al en die andere twee zaten we te kaarten.

Na drie jaar Curaçao kwam ik terug in Nederland. Mijn burger-​bestaan was begonnen en ik vond notabene een baan bij de Artillerie-​inrichting waar ze munitie maakten.

willemjohannesmelchers9
Artillerie-​inrichting

Eurometaal Ik Ik werd al snel voorman van de metaaldraaierij. Ik was een goed jaar terug uit Curaçao toen ik een belastingaanslag kreeg over die 1,50 die ik in dienst had verdiende en over wat m’n vrouw had verdiend. Ik heb het allemaal uitgezocht en militairen in Oost-​Indië werden vrij gesteld van belasting en ik zat in West-​Indië. Het was duizend gulden. Later werd het gelijk gesteld, maar daar viel ik ook weer buiten. Dat zette kwaad bloed en ik heb het betaald maar ik zei meteen tegen m’n vrouw, kom op we gaan emigreren. Op m’n werk verklaarden ze voor gek, maar we lieten ons niet tegenhouden en vertrokken naar Windsor, Ontario in Canada.

De overtocht ging naar Halifax met een tussenstop in Groenland. We vlogen nog met een propellertoestel. Bij aankomst zou er iemand van de emigratiedienst staan om ons verder te helpen, maar midden in de nacht stond er niemand. Zelf maar een hotel gezocht. Ik had het idee dat ik meteen aan het werk kon, maar dat viel tegen. De grote automobielfabrieken waren net bezig met hun productie om te gooien voor nieuwe modellen en velen raakten werkloos. Daar zaten we, bij een familie in huis. Ik heb van alles gedaan, tomaten geplukt, in een bakkerij gewerkt en gelijk op een boerderij. Gelukkig vond ik werk in Brockville bij de Automatic Electric, maar door een incident met de auto kwam ik te laat op werk en stond weer op straat. Na nog wat baantjes bracht ik melk rond o.a. bij de St. Lawrence Engine Company. Daar zag ik iemand staan te knoeien achter een draaibank, ik raakte in gesprek, liet zien wat ik kon en kreeg een baan aangeboden. Op 15 augustus 1958 werd onze dochter Gwendoline geboren.

willemjohannesmelchers10

Nadat we een prachtig huisje aan de rivier hadden moeten verlaten omdat de ligging nogal wat problemen gaf, konden we uiteindelijk een woning aan de Salisbury Ave. Betrekken. We gingen kamperen, dichtbij Brockville, maar ook over de grens in de USA. 1 april 1953 werd Sandra-​Ann geboren. In 1969 zijn we voor een vakantie naar Holland gegaan.

Daar ontdekten we dat er in Holland veel meer welvaart was dan in Canada en dan had je ook je familie nog in de buurt. Een paar jaar later zijn we nog eens naar Holland gegaan en toen besloten we echt terug te komen. Ik nam ontslag en ging naar Holland om voor een baan te zorgen. Toen ik met de baan op zak terug ging naar Canada om van alles te regelen duurde het zolang dat de baan m’n neus voorbij ging. Weer werk zoeken en dat lukte bij Black en Decker waar ik hoofd supervisor werd van het machine departement. Ik studeerde ondertussen een management cursus. Ik kreeg ook nog een promotie, maar met de voorwaarde dat ik in de middagploeg kwam.

Dat kwam niet goed uit. Mijn vrouw werkte overdag en ‚s avonds had ik mijn studie en m’n fotografiehobby. Dat conflict liep niet goed af en moest ik weer op zoek naar een baan. Na een avontuur op een scheepswerf hoorde ik dat de firma Electrolux een nieuwe fabriek zou openen.

Op de hogeschool had ik genoeg geleerd over het opzetten van een nieuwe zaak en ik kreeg de job. Ik haalde nog wat technische mensen bij Black en Decker vandaan (mijn wraak op ze). Ik had een goede baan bij Electrolux; hoofd van de technische dienst, maar Holland bleef trekken. Mijn zoon Ron zei dat als we dat zo graag wilden we het moesten doen. Hoe moeilijk het ook was, maar dit keer hebben we doorgezet. We kregen een groot afscheid van de medewerkers van Electrolux en in Montreal gingen we aan boord en werden weggewuifd door Ron, Rene en Gwen die in Canada achterbleven.

We kwamen terecht in Zaandam en woonden in de Menschikoffstraat. En wonder boven wonder kon ik weer bij de Artillerie Inrichting beginnen waar ik voor ons vertrek naar Canada had gewerkt. Ik was even gaan kijken bij de Hembrug, oude collega’s opzoeken, maar ze vroegen of ik m’n baan terug wilde hebben. Dat heb ik direct gedaan. Daar heb ik gewerkt tot april 1982. Reorganisatie kwam eraan en ik ben als 57,5 jarige met pensioen gegaan.

We zijn ook nog op de TV geweest. Rondom 10 had een programma over terug gekeerde emigranten en ze hebben ons ook ondervraagd daarover. Dan krijg je meteen een enorme bekendheid want bij een reünie van de militaire dienst vroegen ze er allemaal naar.

Mevrouw Melchers – Vlietman is in 2011 overleden.

Dhr. Melchers schrijft verhalen voor het blad van het Pennemes; Pennenvrucht. Verhalen die door de bewoners op prijs worden gesteld. Maar ook in Canada want de jongste dochter vertaalt ze in het Engels voor de familie daar.

  1. In Suhl en Zella-​Mehlis wapenfabrieken waren vooral mannen en vrouwen uit de Sovjet-​Unie, Oekraïne, België, Italië, Polen, Nederland, Tsjechië , Kroatië en Frankrijk en ongeveer 700 andere onderdanen in dienst. Van 1941 – 1945 waren er altijd ongeveer 600 dwangarbeiders in de Mercedes-​fabriek en meer dan 400 in de Carl Walther wapenfabriek evenals ongeveer 300 werknemers in de metaal goederen fabriek Wissner.

Bron: http://​suedthuerin​gen​.su​.fun​pic​.de/​z​w​a​n​g​s​a​r​b​e​i​t​e​r​.​h​t​m​l

De heer Melchers is op 10 mei 2014 overleden.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op De Zuidkanter.