Het jammerlijke einde van burgemeester Elias

Het jammerlijke einde van burgemeester Elias
Burgemeester Jhr. Mr. Carel Adolf Elias

Jhr. Mr. Dr. Carl Adolph Elias (1869-1955) was van 1902 tot 1914 burgemeester van Zaandam. Daarvoor was hij de burgervader van Monster en Harderwijk. Het bijzondere van zijn functie in Zaandam was dat het een deeltijdfunctie was; hij hield er nog een advocatenpraktijk op na. Voor zijn aktiviteiten als burgemeester ontving hij jaarlijks een bedrag van f. 3.000,–. Tijdens de raadsvergadering over de begroting van 1913 werd het voorstel besproken om de jaarwedde te verhogen naar f. 3.500,– per jaar. Bij de SDAP-fractie viel dit niet in goede aarde, want er viel nogal wat aan te merken op het handelen van de Burgemeester meenden zij. Dat hij zijn praktijk als advocaat aanhield viel al niet goed, maar zijn gedrag inzake het Czaar Peterbeeld deed hem in feite de das om.

Czaar Peterbeeld

Dat beeld was een geschenk van Czaar Nicolaas de Tweede van Rusland en werd in 1911 in Zaandam plechtig onthuld in het bijzijn van de gezant van Rusland graaf Pahlen en nog vele andere hoogwaardigheidsbekleders. Het was de wens van Czaar Nicolaas II, zei dhr. Pahlen, dat op deze plek aan de grote Keizer aller Russen een standbeeld werd gewijd.

elias2
De feestelijke onthulling in 1911

Een maand na de onthulling reisde Jhr. Mr. Dr. Elias naar Rusland om de Czaar persoonlijk te bedanken. Hij was in gezelschap van wethouder Latenstein en zijn zoon Maurits Elias die hij tot persoonlijk secretaris had benoemd. Voor zijn zoon had hij een paspoort laten vervaardigen en daarin had hij zijn 17 jarige jongen als 21 jarige laten opnemen. Valsheid in geschrifte door de burgemeester dus.

Dat vond ook Jan Duys, raadslid en later wethouder voor de SDAP in de raad. De SDAP-fractie was toch ontstemd over de gift van de Russische ‘despoot’ en nu bleek de burgemeester ook nog vals spel te hebben gespeeld. Toen de socialistische fractie zich in het begrotingsdebat uitsprak tegen de salarisverhoging van de burgemeester reageerde wethouder Brinkman met de opmerking dat de burgemeester een man met buitengewone werkkracht is en zijn functie naar behoren had waargenomen.

Mogen de hoge heren dan alles doen

Hierop sprak wethouder Duys de woorden , “Mogen de hoge heren dan alles doen”. Hij herinnert aan het jokken van de burgemeester over de Russische reis. En als een gemeentewerkman z’n werk niet naar behoren uitvoert kan B&W een salarisverhoging tegenhouden. Dat moet dan ook gelden voor de burgemeester als die z’n functie niet naar behoren uitvoert. Wethouder Latenstein stelt voor toch voor te stemmen. Dat was meer een gebaar omdat het besluit niet bij de gemeente lag maar bij Gedeputeerde Staten. Duys klapt uit de school door te vertellen dat in het college van B&W alle drie wethouders tegen het voorstel tot verhoging waren zolang de burgemeester zijn praktijk als advocaat blijft aanhouden. Het voorstel tot verhoging wordt met 16 tegen, 1 voor (Brinkman) en 1 onthouding verworpen.

Het valse paspoort

Jan Duys, toen nog raadslid, ondervraagt de burgemeester over de kwestie van het paspoort. Op de vraag, “Is dit alles juist?”, weigerde de burgemeester in te gaan. Duys nam nogmaals het woord en zei dat de raad ook te maken had met ambtenaren die voor deze kwestie ingezet waren. Toen de burgemeester bleef weigeren te antwoorden sprak raadslid Holk zijn afkeuring uit over de weigering van de burgemeester inlichtingen te geven.

Duys geeft aan dat hij dan andere maatregelen zou nemen. Uiteindelijk erkent de burgemeester zijn fouten. Eén der raadsleden merkt dan op dat, “de Raad tevreden kan zijn met de erkentenis van den voorzitter, waardoor deze zaak als geëindigd kan worden beschouwd”. Maar de kwestie bereikt ook het parlement en de kamer (Tweede Kamerlid Duys) vraagt de minister of hij, “tot het nemen van eenigen maatregel was overgegaan”. Justitie doet dat inderdaad en burgemeester Elias wordt september 1911 veroordeeld tot een maand hechtenis. Hij gaat in hoger beroep.

Jan Duys

Duys blijft de burgemeester achtervolgen met zijn misstap. Duys spreekt op 26 november 1912 tijdens een openbare vergadering van de SDAP in het Apollotheater over de gemeentebegroting. Tijdens deze bijeenkomst zegt Duys dat, “de heer Elias in de raad liegt en bedriegt”. Zoals gewoonlijk worden de bijeenkomsten van de socialisten door politiemensen bijgewoond en van deze opmerkingen werd dan ook proces verbaal opgemaakt door inspecteur Van Zwicht. Daarmee lag de zaak wel in de openbaarheid. Duys moet hiervoor in 1913 voor de rechtbank verschijnen; de eis in een boete van f 100,– of 5 dagen zitten.

Voor burgemeester Elias is de hele kwestie een reden om per 1 januari 1914 zijn ontslag in te dienen. Volgens zijn eigen verklaring wenste hij zich geheel aan zijn rechtspraktijk te geven. Tijdens het afscheid van de raad worden vele goede woorden over de burgemeester gesproken. Zelfs Duys spreekt lovende woorden: “dat de burgemeester, als voorzitter van de raad, ondanks alle scherpe verschilpunten, steeds onpartijdig de vergaderingen presideerde”.

Het vonnis tegen Elias van de Haarlemse rechtbank wordt in hoger beroep omgezet naar 1 dag hechtenis en hij wordt later door de Hoge Raad van alle rechtsvervolging ontslagen. Van Elias kan nog gezegd worden dat hij één van de oprichters was van de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Bij zijn 60e en 70e verjaardag werd daar in de pers volop aandacht aan besteed.

De opvolger van burgemeester Elias was Kornelis ter Laan, de eerste socialistische burgemeester van ons land.

Met J.E.W. Duys, naast raadslid was hij ook lid van de Tweede Kamer, liep het wat minder goed af. Eind jaren dertig keerde hij zich af van het socialisme, richtte een eigen partij op de Nederlandse Volkspartij (NVP) en in 1938 sluit hij zich aan bij de N.S.B. In 1941 overlijdt hij aan een hersentumor.

Bronnen:

  • J. ‘t Hoen, De rode Zaanstreek. De periode van grote invloed der arbeidersbeweging aan de Zaan, 1909-1939
  • Notulen raadsvergaderingengemeenteraad Zaandam
  • Foto’s Gemeentearchief Zaanstad

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op De Zuidkanter.