Rock aan de Zaan 5
Ruud Meijns
Dit is het pand, beneden de dansgelegenheid en boven onze kamers.
Na Rotterdam vertrokken we naar Duitsland om in Soest, bij Dortmund, in de ‘Oase’, de club van Frau Krückel te spelen. Weer 6 dagen, van 9 tot 4 uur ‘s morgens. Je leerde niet alleen routine maar ook behoorlijk innemen. Bij Frau Krückel woonden we in kamers boven de dancing. Op muren waren nog sporen van andere groepen, o.a. The Thielman Brothers, te vinden. We voelden ons opgenomen in de wereld van de grote namen. Het had ook wel wat.
Frau Krückel was een kleine tanige tante. Ze schrok er niet voor terug als er gelazer was in de Heren om daar naar binnen te stormen en de lastpakken bij hun nekvel te pakken en de zaak uit te gooien.
Onze Engelse vrienden Pete, Tony en Webber
Bezoekers waren lokale jeugd, maar vooral Engelse en Canadese militairen. Ook een vast koppeltje dames om te animeren. Bij het animeren werden wij van tijd tot tijd ook nog ingeschakeld als er erg veel te verteren was op de betaaldag van de militairen. Het meeste werd door ons dan onder tafel op de vloer geleegd, anders zou het teveel worden. Geleerd van de meisjes. Ook hier weer snel fans en aanhang.
Vooral de soldaten kwamen graag en ze nodigden ons uit om naar hun kazerne te komen. Bij de Canadezen, met Henny, zagen we nog een film van Elvis, in Hawai. Ik heb in een lokale bios ‘A Bridge too far’ gezien; ook in het Duits. Dat was heel raar want ook de Engelsen en Amerikanen spraken allemaal Duits. Gelukkig wonnen ze.
Mijn bed
In Soest maakten we vrienden, gingen vaak Torten eten en haalden op de terugweg Bratwürsten bij het stalletje op het plein. We kookten zelf, maar dronken des te meer. Frau Krückel moedigde ons aan om elke glaasje dat ons werd aangeboden ook aan te nemen en dat resulteerde al snel in een vorm van alcoholisme. En drank doet gekke dingen. Zo hebben we Nico in een kast opgesloten (geintje) en hem daarna vergeten en toen hij wakker werd kon hij bijna niet lopen van de kramp. Zelf ben ik eens wakker geworden, voelde om me heen en dacht ‘doperwten?’ M’n haar zat vol maar ik had helemaal niets gemerkt.
En romances. Ik had een lokaal vriendinnetje, Anita (foto).
Geen idee wat ze overdag deed, maar ze stond ons vaak op te wachten en kwam ook naar de Oase. Er was nog een meisje die mij wel erg claimde. Toen ik daar niet op in ging kwam ze met Beatle-teksten om mij terecht te wijzen, erg inventief. ‘You’re gonna lose that girl’ etc.
Ed deed het wat romantiek betreft nog beter. Hij leerde Ushi kennen, ze had een auto, raakten sterk bevriend en hij trok zelfs bij haar in. Na ons vertrek uit Duitsland heeft hij haar meegenomen naar Zaandam. Het is nooit iets permanents geworden.
We schnabbelden ook nog wat naast de Oase in andere tenten op de dagen of uren dat we vrij hadden. In Beat Club Soest bijvoorbeeld. Geld heb ik nooit gezien. In andere tenten in de omgeving speelden ook bandjes en soms gingen we kijken of kwamen zij bij ons.
Ed:
“Door de Canadezen werden we later nog uitgenodigd om op te treden op een of ander jaarfeest van (kinderen van) Canadese militairen. Het was geen probleem voor ze om ons met een paar wagens even uit Nederland te halen en weer terug te brengen. Vet opgetreden zoals je nu zou zeggen. Daarna nog doorgezakt met de dochter van de Brigadegeneraal in hun landhuis aan de Möhnesee. Dat was onze tweede kennismaking met het leger. We hadden ook al eens opgetreden voor Amerikanen op de luchtmachtbasis Soesterberg.
En toen kwam voor Henny en Ed de kennismaking met de Nederlandse Krijgsmacht. Die maakte een eind aan de pret, want ze konden blijkbaar niet zonder hen. Ed was er weliswaar tamelijk snel weer uit dienst, maar het kwaad was reeds geschied. De Devotions hebben nooit meer gespeeld”.
Het sprookje uit. Klaar. Kort maar krachtig. Stukken in de Zaanse krant over het einde en over de verloving van Ed met zijn Ushi uit Duitsland. Maar het was over.
Achteraf gezien hadden we nooit in het nachtclubcircuit terecht moeten komen. Je verkoopt wel wat plaatjes in Rotterdam, maar verder kom je nergens. Als we in die Nederbeat-tijd furore hadden willen maken, hadden we elke dag ergens anders moeten spelen.
Op de foto staan we op de trap in het kantoor van dagblad de Typhoon waar Derk Peeters wat foto’s van ons nam voor een ‘Back in Town’- verhaal.