Prakken
Ruud Meijns
Er heerst tegenwoordig een ware eet-rage. Op TV, in de kranten, in de bladen, iedereen is maar aan het kokkerellen. Ze maken gerechten waar ik nooit van heb gehoord, laat staan ervan heb geproefd.
Ik ben geen fijnproever. Voor mij is eten op z’n tijd iets naar binnen krijgen. Het maakt niet zoveel uit wat er op het bord komt te liggen. Gewoon een bord stevig eten en geen fratsen. Want bij vele van die koks gaat er ook nog om hoe het er op het bord uitziet. Dat maakt mij allemaal niets uit.
Met mijn band heb ik een aantal maanden in een Duitse nachtclub opgetreden. Dat was ’s avonds en ’s nachts spelen, nog wat drinken, laat weer uit bed, even een luchtje scheppen en eten. Soms aten in de stad en soms deden we dat op onze kamers. Vaak haalden we wat bij een frietkot op het plein, waar ze heerlijke bratwursten maakten. En soms maakten we zelf een potje.
We kregen een keer wat Engelsen op bezoek. We waren net aan het eten opscheppen toen ze binnen liepen. Zij gingen zitten en wij liepen met onze borden naar de enige tafel waar we driftig ons maaltje door elkaar begonnen te prakken. Die Engelsen zaten met open mond naar onze prak-tijk te kijken. “What are you doing?", vroegen ze. “Prakken, we call it”, zeiden wij. “Nog wat jus erbij, jongens”.