De Watersnood van 1916
Ruud Meijns
Dit jaar januari is het 100 jaar geleden dat vanaf 13 januari grote delen van Waterland onder water liepen.
Tijdens een hevige Noordwesterstorm werd het Noordzeewater de nog open Zuiderzee ingeblazen en begaven enkele dijken het.
In Zaandam kreeg men er ook mee te maken. De Oostzijde was de westelijke grens van het rampgebied en deze belangrijke straat liep onder water. Het Oostzijderveld stond blank. De boeren brachten hun vee in veiligheid.
Waar het water kwam.
De schrijf(st)er van een dagboekje schreef: ‘’s Middags om twaalf uur is het land haast onder water verdwenen. ’s Middags om loopen hier achter de Bloemgracht nog schapen, maar om drie uur is al het land onder water verdwenen’.
Aagje Klerebezem uit Monnickendam schreef aan haar familie in Hengelo op 18 januari: “Lieve Broeder en zuster. Zooeven heb u brief ontvangen. Tot u gerustheid kan ik u melden dat ik er nog voorloopig goed af gekomen ben bij zooveel ellende als er om ons heen is. Wel heb ik het water een goede volle laag in mijn geheele huis gehad. Alles lag te drijven op de vloer, het kwam er van voren in en het stroomde van achter er weer uit. Wel ben ik vreeselijk verschoten en erg zeenuwachtig nog gedurig kan ik wel huilen”.1
Waterland als geheel kreeg het zwaar te verduren. In Marken vielen 16 doden te betreuren. Alle landbouwgrond stond onder water en het vee moest een veilig heenkomen vinden. Het Bloemgracht-dagboekje beschrijft dat men op vrijdag nog niets van de dijkdoorbraak in Durgerdam wist, maar wel vee deze kant op zag komen: ‘Eerst wat wagens met schapen en varkens, meest uit Oostzaan. In de nacht kwamen er 4000 koeien over de Zuiddijk in Zaandam aan. De Burcht stond vol met vee’.
Mej. Dekker, die in het Heerenhuis woont, schrijft in haar dagboek2, : (15 jan.) ‘De wegen zien zwart van ’t volk. (16 jan.) In de Wijde Wormer worden boeren opgeroepen zand te rijden voor de dijk in de Wildernis. Van 12 tot 2 wordt het Oostzanerveld als in een zee herschapen’.
Hier de weg van Zaandam naar Oostzaan – het Weerpad.
Met man en macht werd gepoogd om met kistdammen het water tegen te houden. Militairen, die bij de Stelling van Amsterdam gelegerd waren, werden ingeschakeld bij het werk.
Alle straten die oostwaarts van de Oostzijde liepen kwamen onder water te staan en er werden voor de bewoners plankieren aangelegd om droge voeten te houden.
De foto toont de Belgischestraat waar langs de huizen een houten loopweg is aangelegd.
Het dagboek van mej. Dekker d.d. 19 jan.: “Om 10 a 11 uur ’s avonds kwam hier (het Heerenhuis) een vaandrig met het bevel om voor 80 man koffie te zetten. Dat was de eerste koffie, die wij voor de soldaten en werkvolk hebben gezet.
De geheelen nacht kwamen soldaten hier af en aan om koffie en zodoende mochten wij opblijven. Om 2 uur ’s nachts kwamen er soldaten van den dijk, alsdat het er niet was uit te houden, den dijk stond te schudden en te beven”.
B&W van Koog aan de Zaan gaven de burgers het advies:
‘en wordt mitsdien den ingezetenen aanbevolen eenige voorbereidingen te treffen, en vooral voedsel en drinkwater naar hunne bovenvertrekken over te brengen.’[3
Hier het Kalf met linksboven De Hemmes
Er werden ook direct inzamelingen voor de getroffenen georganiseerd. Prinses Juliana leegde haar spaarpotje en heel het volk was aangedaan. Prins Hendrik bezocht op 12 februari Zaandam waar hij plekken aandeed waar het Roode Kruis vluchtelingen verpleegde. Een week later werd hij gevolgd door de Koningin. Zij werd ontvangen door burgermeester ter Laan, bezocht de vluchtelingen in de Doopsgezinde kerk en vertrok toen naar het echte rampgebied. Zoals gewoonlijk was zij de resoluutheid zelve en beklom de kistdammen die het water tegenhielden. Later bezocht zij de woning van een familie die zich op zolder had terug getrokken. Daarna volgde een korte rit door Zaandam, waar zij ondanks de misère, vrolijk werd toegejuicht.
De Koningin verlaat een huis op het Smaal
Omdat de verbindingen van Zaandam naar de rest van Waterland verstoord waren moesten tal van zaken opnieuw geregeld worden. Zo werden markten, die normaal in Purmerend of Edam plaats vonden verplaatst. De Kaasmarkt zou tot nader order in Zaandam worden gehouden.
Ook voor de treinen werden noodmaatregelen getroffen want de spoordijk naar Purmerend lag in het getroffen gebied. Er werd een gewijzigde dienstregeling ingevoerd die de treinen nu via Alkmaar liet lopen.
De spoordijk van de spoorlijn Zaandam-Purmerend
De vluchtelingen uit Oostzaan, maar ook uit de oostelijke delen van Zaandam, werden in kerken en scholen opgevangen. O.a. in de Kattegatschool werden mensen opgevangen. Van deze opvang is nog een foto gemaakt.
Maar aan alles komt uiteindelijk een eind en tenslotte zakte het water mede door de inschakeling van grote pompen. Onze dagboekschrijvers hebben dat ook genoteerd.
27 maart:
“Het water blijft dalende en nu de dijken dicht zijn komt het niet meer in de hoogte. Hier op de Bloemgracht komen weer enkele menschen in hun woningen terug.”
28 maart:
“Het is zeer koud weer met Zuidwesten wind. Het voorstuk der Bloemgracht komt weer boven water.”
In het Heerenhuis zag men op 10 april dat: “De tuin bij de R.K. Kerk (Kalf, red.) is nu geheel droog. In het Oostzijderveld te Zaandam komen al enige landerijen bloot”. En wat later schrijft ze: “Het land tusschen Heerenhuis en Wildernis is nu ook droog, maar zien nog geheel zwart, of het omgeploegd is.”
Theehandel Ter Wee uit Zaandam bracht ter herinnering een album uit over de ramp. Voor de illustratie waren er plakplaatjes die verzameld moesten worden.
Foto’s: Gemeente Archief Zaanstad – Wikipedia