De Klopperwacht
Ruud Meijns
“Het is vijf uur, de wind is zuid-west, met buien”.
Zo klonk de wekker nog in de negentiende eeuw. De menselijke stem die de mensen die vroeg aan het werk moesten wakker riep. Menig arbeider in de molens of bakkerij had niet de beschikking over een klok of wekker en betaalde iemand die ’s morgens langs de deuren in het dorp ging om mensen te wekken. Olieslagers begonnen rond vier uur ’s morgens en de bakker een uurtje later.
De arbeiderswoningen waren voor het grootste deel van hout en als de wacht met z’n houten hamertje op de deur sloeg werd je wel wakker. Vooral voor de molenaars gaf de klopperwacht nog even het weer mee, “’t is taid Buur, er waait een mooi topswindje”. Of: “Maak dat je d’r oit komme Klaasbuur. D’r is ’n volle werkwind, oit ’t Noord Weste, d’r is wet te verdiene vandaag”.
Jan Vonk, klopperwacht. Foto: Gemeentearchief Zaanstad.
Op de Koog had je S. Kelder en J. Vonk (foto) van ’t Noordeinde als klopperwachten, waarbij de laatste ook nog als dorpsomroeper en brandwekker fungeerde. Jan Vonk werd geboren in 1820 en overleed in 1906 en naast al z’n dorpsfuncties werkte hij als papiermakersknecht. De verdiensten waren vijf à zeven cent per week, per persoon.
De wacht moest natuurlijk wel in de gaten houden dat je ook echt je ‘nest’ uitkwam. Als hij bij de bakker nog steeds geen licht zag of rook uit de schoorsteen zag komen dan ging hij nog eens langs. Met flinke stemverheffing probeerde hij de nog slapende bakker wakker te maken.
“Kom je d’r nou oit !!
’t Is al bij vijve ! !
’t Is de leste keer dat ik langs kom, d’r uitkomme Jaap”.
Bronnen:
P. Boorsma, Jeugdherinneringen van een Zaankanter
C. A. Gruijs, Wat niet meer is (Zaende, 1947)