De Huurstaking in de Jonge Arnoldusstraat
Ruud Meijns
Het is 1932. De gevolgen van de financiële crisis die in 1929 begon, zijn in Nederland nog steeds heftig voelbaar. De sociale gevolgen van de crisis zijn zeer ernstig. Alle maatregelen ten spijt stijgt het aantal werklozen voortdurend: van 100.000 in 1931 tot 480.000 in 1936.
De ‘gewone mens’ ziet z’n inkomen voortdurend verminderen en zeker mensen die op de steun zijn aangewezen hebben het zwaar. Bedrijven proberen de lonen te verlagen om zoveel mogelijk de productiekosten te verminderen. Van overheidswege worden de uitkeringen in verband met werkloosheid verlaagd. Gemeenten die nog iets extra’s voor hun behoeftige inwoners proberen te doen worden door de regering tot de orde geroepen.
Huurstaking
In het hele land is er een tekort aan betaalbare woningen. De markt voor woningen met lage huren is gespannen en huiseigenaren proberen daarvan te profiteren door de huren te verhogen. Directe aanleiding tot de huurstakingen van 1932 is het feit dat de huisbazen een huurverhoging van 10 cent in de week willen doorvoeren. Zo moeten de huurders opdraaien voor een verhoging van de gemeentelijke belasting.
Zaandam 1932
De huurstaking begint in de Jonge Arnoldusstraat waarbij ongeveer 80% van de 196 woningen betrokken zijn. De huren variëren van f 6,40 tot f 8,25 per week. De bewoners voeren begin februari 1932 het plan uit om f 2,00 minder huur te betalen. De eigenaren van de woningen, de Gebr. IJdenberg, laten de deurwaarder een bevel afgeven waarin geëist wordt dat de zaterdag erop volgend de huur betaald moet worden. Zo niet, wordt er vervolgd en dreigt uitzetting.
De f 2,00 die minder wordt afgedragen zal op een rekening van de huurdersvereniging De Eendracht worden gestort of, zoals een krant het formuleerde, “bij iemand in de Pieter Latensteynstraat”.
Het Algemeen Handelsblad van 25 maart meldt dat het te verwachten is dat hieraan geen gehoor zal worden gegeven, “hetgeen blijkt uit het feit, dat elf hun exploit bij de verhuurders, gebroeders IJdenberg, in de bus hebben gestoken en wordt een uitzetting op grote schaal voorzien”.
27 februari
Door de burgermeester van Zaandam worden stappen gezet tot bemiddeling in het huurconflict. Directeur P. Kingma van het gemeentelijk girokantoor zal beide partijen uitnodigen.
Op het kantoor van Gebr. IJdenberg heeft een overleg plaats gevonden met de stakende huurders van de Jonge Arnoldusstraat. De eigenaren van de woningen zijn bereid de huren te verlagen met f 0,75, f 0,50 of f 0,40 cent per week voor woningen die f 8,25 tot f 6,40 per week doen. De eisen van de huurders, via De Eendracht, zijn nog steeds f 2,00 per week.
12 maart
Tussen verhuurders en huurders van de Jonge Arnoldussttraat is nog maar van weinig toenadering gebleken. Bewoners trachtten elders goedkopere woningen te vinden en vertrekken uit de buurt.
30 maart
De Telegraaf:
“In tegenwoordigheid van den commissaris van politie is dezer dagen onder groote belangstelling van het publiek bij enige personen, die bij de huurstaking in de Jonge Arnoldusstraat betrokken zijn, pandbeslag op den inboedel gelegd, aangezien zij niet voldaan hebben aan de vrijdag j.l. uitgereikte sommatie om de achterstallige huur te voldoen. Een van deze bewoners hield tot het publiek van uit een raam een redevoering”.
De strijd tussen huurders en verhuurders werd onmiddellijk opgepikt door het dagblad De Tribune, orgaan van de Communistische Partij Holland, de latere CPN. Vrijwel dagelijks berichtten zij over de huurstaking, over de rol van de communistische werkers en over de tegenstand van bijv. de S.D.A.P., wat nu de PvdA is. Volgens De Tribune waren zij niet radicaal genoeg en waren zij tegenstanders van de arbeiders en de huurstakers. Burgemeester ter Laan was een S.D.A.P.’er. De huurdersvereniging De Eendracht, die de niet betaalde huren in kas hield, stond onder communistische leiding.
Huurstaking genoemd in De Tribune
De Tribune van 14 mei meldt dat Gebr. IJdenberg een huurder een huurverlaging van f 1,00 per week aanbood zolang die maar in het pand bleef wonen. Volgens de krant proberen de huisbazen met alle macht huurders te vinden voor de leegstaande woningen.
30 mei
Bomaanslag op kantoor van Gebr. IJdenberg?
Bespreking van bomaanslag
Aangezien de firma Gebr. IJdenberg haar kantoor heeft boven het feestgebouw Thalia en verwikkeld is in een huurconflict wordt al snel gedacht aan een verband tussen de bom en de tegenstanders van de verhuurder IJdenberg.
Dezelfde dag (30 mei 1932) worden door een grote politiemacht de straten waarin de huizen zich bevinden afgezet. De uitzetting trok veel belangstelling. Enkele woningen waren reeds door de bewoners zelf ontruimd.
Ontruiming Jonge Arnoldusstraat
Zoals vanouds ging De Tribune weer flink tekeer. Het blad hekelde, “het felle optreden van de geüniformeerde slagers van Giard”. (Giard was inspecteur van de gemeentepolitie van Zaandam).
Maar de strijd verliep. De huurstakers kwamen alleen te staan, mede doordat De Eendracht weigerde met de door Gebr. IJdenberg voorgestelde huurverlagingen akkoord te gaan. Bovendien bleek van de achter gehouden huurgelden andere zaken bekostigd te zijn zodat de huurstakers nogmaals met lege handen stonden.
In februari 1933 tijdens de algemene beschouwingen, in de gemeenteraad van Zaandam, kwam raadslid Makkinga (Communistische Partij Holland) nog terug op de huurstaking van het jaar daarvoor. Hij hekelde de rol die de gemeente als ‘stakingsbreker’ had gespeeld. De arbeiders hebben hieruit maar weer te concluderen wie hun vrienden een wie hun vijanden zijn. Burgemeester ter Laan, als voorzitter, ziet in de huurstaking in de Jonge Arnoldusstraat een allerdroevigste voorbeeld van een communistische rel. Hij had nog nooit iets meegemaakt dat op zo laag peil en zo jammerlijk van opzet was.
Foto’s: Stadsarchief Amsterdam, Sumatra Post