De Hoopbrug
Ruud Meijns
De Hoopbrug is vernoemd naar Jacob de Hoop, commissionair in effecten. Jacob de Hoop was in Zaandam geboren als zoon van een doopsgezinde dominee.
Toen hij zijn einde voelde naderen liet hij een testament opmaken waarin hij zijn waardepapieren en effecten, met een waarde van f 160.000,– aan de gemeente naliet. Het doel dat hij aan het fonds meegaf was het verzachten van het lot der armen en noodlijdende mensen in de gemeente Zaandam.
Enkele dagen na de ondertekening van het testament overleed hij. Hij had een bepaling laten opnemen dat met zekerheid moest worden vastgesteld dat hij niet schijndood was. De schenking aan de gemeente werd nog aangevochten maar de koning besliste dat de gemeente de schenking mocht aanvaarden. En zo werd in 1835 het ‘Fonds van Weldadigheid’ te Zaandam gesticht.
De inkomsten uit rente bleken onvoldoende te zijn om de behoefte te dekken en zo kwam het bestuur van het fonds tot het opmerkelijke voorstel bij de gemeente om een tolbrug te laten bouwen en zo de kas weer te kunnen aanvullen. Er viel wel iets voor te zeggen, want er was maar één brug om van de oostkant naar de westkant van Zaandam te komen; de Wilhelminabrug. De andere brug, de Noorderbrug, lag op het Kalf en verbond dit deel van Zaandam met Koog a/d Zaan. Voor de Oostzaandammers was het steeds een flink stuk lopen om naar de Westzijde te komen.
De brug van 100 meter lengte werd gebouwd en in 1882 geopend. Bouwkosten f 20.000,–. De tolbedragen waren voor een voetganger 1 cent, voor een kruiwagen 2 cent, voor paarden en runderen moest 2½ worden betaald en voor beladen wagens 12 cent. Weeskinderen die naar het weeshuis in de Westzijde moesten mochten gratis. De inkomsten, om het fonds te onderhouden waren bevredigend.
De Hoopbrug kijkend naar de Westzijde met de gasfabriek op de achtergrond.
Linksonder de Hoopbrug en van een Bernhardbrug is nog niets te zien, die komt pas in 1941
Maar na 1900 begonnen er stemmen op te gaan om de ongelijkheid op te heffen want de mensen die over de Wilhelmina brug gingen betaalden niets. Er werden verzoekschriften aan de gemeente gericht en in 1910 richtte de Zaanlandsche Handelsvereniging een comité op met het doel zoveel mogelijk handtekeningen te verzamelen om de tolgelden afgeschaft te krijgen. Uiteindelijk lukte dit en de brug werd voor f 28.000,– door Zaandam overgenomen. Met ingang van 1 januari 1914 nam de gemeente het beheer van de brug op zich en werden de tolcenten afgeschaft.
Hier kijken we van oost naar west
Met de groei van de stad en van het verkeer werd het nodig dat een volwaardige brug te vervanging kwam; dat werd de Prins Bernhardbrug. Op de foto hieronder is in de verte, wat vaag, te zien dat de nieuwe brug in aanbouw is.
En dan, als de Bernhardbrug in 1941 is geopend kan het jaar daarop de Hoopbrug worden gesloopt.
Er is niets meer van de brug over, maar er zijn nog wel plekken die aan de Hoopbrug herinneren. Zo zijn de plekken waar hij in Oost en West aan land kwam nog te zien.
Dit is in de Oostzijde bij café Zaanzicht
En dit is in de Westzijde de plek waar de brug aan land kwam